Bron: Boer Business in Balans
Een gemeenschapstuin is een plek waar een of meerdere tuinders direct in dienst zijn van leden van de tuin. Die leden nemen wekelijks verse groenten af, soms aangevuld met fruit, kruiden of bloemen. Deze werkvorm wordt ook wel CSA (community supported agriculture) genoemd. De 13 samenwerkende gemeenschapstuinen in Amsterdam omvatten elk minimaal een hectare grond en werken volgens duurzame landbouwprincipes. Daarbinnen hebben ze elk een eigen inslag. “De basis in iedere tuin bestaat uit het aanbieden van een grote variatie aan gezonde verse onbespoten groenten.” Licht Sanne Smeets toe, die vanuit een van de gemeenschapstuinen, Vers aan de Vecht, betrokken is bij de samenwerking. “Een deel van de tuinen is daarnaast biologisch gecertificeerd, en op een deel van de tuinen wordt bijvoorbeeld de ‘no-dig’ methode toegepast.” Ook wat betreft de vorm van distributie hebben verschillende gemeenschapstuinen een eigen karakter. Op de ene tuin oogsten de leden wekelijks hun eigen producten. Bij andere tuinen staat een kant en klaar krat klaar om op te halen, of kan er worden gekozen voor thuisbezorging.
Door de samenwerking onderling op te zoeken willen de gemeenschapstuinen elkaar versterken, verdere ontwikkeling stimuleren en hun impact vergroten. Hiervoor zetten ze in op 3 sporen:
Waarom zelf het wiel uitvinden als je van elkaar kunt leren? Door regelmatig samen te komen en workshops voor elkaar te organiseren, leren de tuinders van de verschillende gemeenschapstuinen van elkaar. Bijvoorbeeld over werken met een handtraktor, of over omgaan met water en droogte. Maar kennisdeling is niet alleen aan de tuinders voorbehouden. Ook voor leden die zich verder willen verdiepen in de oorsprong van hun eten, worden er workshops georganiseerd. Bijvoorbeeld over grondsoorten en bodemleven, of over hoe je eenvoudig paddenstoelen kunt kweken op boomstammen. Een deel van de workshops en evenementen is ook openbaar toegankelijk. Zo kunnen niet alleen de leden van de organiserende tuin en van de andere Amsterdamse tuinen kennis en ervaring opdoen, maar kunnen ook geïnteresseerde niet-leden aansluiten. Deze workshops en evenementen zijn verzameld te vinden in de agenda op boerindebuurt.nu.
Vers eten van het land is afhankelijk van de seizoenen, met een piek in de zomer. In de winter is er weinig aanbod vanuit de gemeenschapstuinen. Om hun leden ook in dit seizoen te kunnen voorzien van mooie producten, werken de tuinen vanaf dit jaar samen met een boer in Flevoland. Deze boer teelt voor de tuinen door richting het koude seizoen, volgens de principes die passen bij hun duurzame visie. Iedere 2 weken halen de tuinders daar vanaf komende winter producten, die vervolgens via een hub worden aangeboden aan de leden.
De 13 gemeenschapstuinen slaan de handen ook ineen wat betreft communicatie. Met de campagne ‘Boer in de Buurt, wekelijks groente van jouw boer in de buurt’ die zij zeer binnenkort uitrollen in de buitenruimte in Amsterdam en online op social media, willen ze hun zichtbaarheid vergroten en het aantal leden dat zij wekelijks voorzien van verse groenten verdubbelen: van zo’n 1500 naar 3000. Aanvullend op de communicatiecampagne stellen veel van de aan de samenwerking deelnemende gemeenschapstuinen dit voorjaar hun deuren open. Op de Open Dagen is iedereen welkom die eens wil zien hoe het werkt. Op de gloednieuwe website Boerindebuurt.nu zijn alle deelnemende gemeenschapstuinen direct op een kaart te vinden en zijn er relevante blogs te lezen. Ook kun je je hier direct aanmelden als nieuw lid bij een van de tuinen, of je inschrijven voor een van de eerder genoemde open dagen en workshops.
De samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam maakt onderdeel uit van het Europese project Foodclic, waarin verschillende regio’s werken aan een duurzamer voedselsysteem en onderling van elkaar kunnen leren.
Het antwoord op deze vraag kan per persoon verschillen: “Om te beginnen kun je er lekker, vers, gezond en heel gevarieerd door eten” begint Sanne, die de communicatiecampagne coördineert, een opsomming. “..maar een gemeenschapstuin biedt bijvoorbeeld ook een stukje zelfvoorziening. Stel je voor dat je jezelf echt drie dagen of langer moet kunnen voorzien van eten en water, dan ben je toch blij dat je je eigen groentepluktuin hebt?!” Ook duurzaamheid kan een reden zijn: “Steeds meer mensen willen bijdragen aan een duurzamere wereld. Dit is een hele leuke, makkelijke, en lekkere manier om dat te doen. Het is eigenlijk zo simpel!” Daarnaast zijn er nog een paar hele andere redenen, namelijk kennissen, kennis en plezier: “Op een gemeenschapstuin leer je veel nieuwe mensen kennen, en ontstaat vaak echt een gemeenschapsgevoel. Bovendien leer je van het oogsten heel veel, en als je wilt kun je je via de workshops ook nog verder verdiepen. Of je kunt zèlf met een aantal leden een workshop of activiteit organiseren. Twee voorbeelden van activiteiten die zo al zijn ontstaan, zijn een vlinder teldag en een wildplukwandeling. Een gemeenschapstuin brengt dus veel meer dan voedsel alleen.”